Chaga (Inonotus obliquus, Fungus betulinus, Slaty Schillerporling)
De chaga paddenstoel komt oorspronkelijk uit Siberië en Noord-China. Hij gedijt goed op berkenbomen en andere bomen en is inheems in de grote berkenbossen van Rusland, Noord- en Oost-Europa en de Baltische staten, maar ook in Canada, Alaska, het noorden van de VS, Korea en Japan. Voor consumptie als een vitale paddenstoel zijn de paddenstoelen van levende berkenbomen bijzonder aantrekkelijk. Inwoners van Siberië maken al sinds mensenheugenis een versterkende thee van de paddenstoel en gaven hem de bijnaam "Gods geschenk". Chaga heeft al zo'n 4000 jaar een vaste plaats in de Russische en Chinese traditie.
In Rusland en Siberië werd het onder andere gebruikt voor heilige sjamanistische rituelen, vooral door de Khanty etnische groep, die het ook de naam gaven die het vandaag de dag heeft. Chaga was ook een heilige paddenstoel onder de Mesopotamiërs, Egyptenaren, inheemse stammen van Noord-Amerika en de Japanse inheemse bevolking, de Ainu.
Het gebruik van chaga was vergelijkbaar in alle culturen - chaga werd bijna altijd gedronken als thee. Voor dit doel wordt de houtachtige paddenstoel gedroogd en gebroken, waardoor brokken en poeder ontstaan die met water worden aangelengd tot een sterke, wrang smakende thee.
Donker uiterlijk en heldere binnenkleur
Van buiten ziet hij er niet uit als een gewone paddenstoel, maar doet hij enigszins denken aan verbrande houtskool met een hard, broos oppervlak en kurkachtige textuur. De kleur is hier donkerbruin tot zwart met witgrijze gebieden. De binnenkant is van goede kwaliteit en heeft een mooie, heldere bruinoranje kleur.