Curcuma uit India
Al meer dan 5000 jaar wordt de in India inheemse gemberplant Curcuma (Curcuma longa L.) als een heilige plant vereerd. Volgens oude geschriften van de Indiase Veda's werd de "geelwortel" of "Indiase saffraan" beschouwd als een van de belangrijkste specerijen van zijn tijd. In oude Indiase leer zoals in de Chinese traditie speelt de wortel vandaag de dag nog steeds een belangrijke rol. Ook in Europa zijn geelwortelsoorten in de kruidenkunde sinds de oudheid bekend. Curcuma is een van de best onderzochte planten wereldwijd, waarbij het onderzoek grotendeels gericht is op de curcuminoïden. De traditionele toepassing is gebaseerd op de synergie van alle bestanddelen van de curcumawortel.
Curcuminoïden of "curcumine"
In hun geheel vormen curcumine, cyclocurcumine, bisdemethoxycurcumine evenals het demethoxycurcumine de belangrijkste bestanddelen van de wortel, de zogenaamde curcuminoïden, vaak ook verkort "curcumine" genoemd. Het probleem van de extreem lage biologische beschikbaarheid van de lipofiele curcuminoïden (slechte oplosbaarheid, zwakke absorptie, nauwelijks membraanpermeabiliteit, snelle afbraak) wordt door de liposomale formulering opgelost. Hierbij wordt de hoge biologische beschikbaarheid volledig zonder enige toevoegingen of werkzaamheidversterkers zoals piperine bereikt.